Vleutenseweg
25/06/07 11:40 Opgeslagen in: Opmerkelijk
(Martin Bril in de Volkskrant van 22 juni over de weg die ik dagelijks fiets)
Alle wegen leiden naar Rome, maar er zijn er ook een paar die naar het centrum van Utrecht gaan. De Biltse straatweg met in het verlengde de Biltstraat,de Amsterdamse straatweg, de weg der Verenigde Naties om een paar verkeersaders te noemen. Maar de mooiste route die Utrecht invoert is over de Vleutenseweg - alleen die naam al.
Vleutenseweg.
Je hebt ook nog de verlengde Vleutenseweg, de Oude Vleutenseweg, de Vleutense Brug, De Vleutense Vaart, de Vleutense steenovenweg en Vleuten zelf, uiteraard, een dorp dat inmiddels dreigt te verdwijnen in de nieuwbouw van Leidsche Rijn. Maar zelfs als Vleuten niet meer bestaat, dan zal de Vleutenseweg er nog zijn. Dé weg om Utrecht in westelijke richting te verlaten. Rij hem in de zomer maar eens af, vanuit het centrum en zon hangt als een grote gloeiende bal in de verte, bij het kruispunt met de Spinozaweg, waar de route naar het noorden buigt.
Zelf rijdt ik liever de andere kant op, de stad in. Het plezier begint al bij de afslag van de A2, Oog in Al. Weliswaar maakt de infrastructuur daar een tijdelijke indruk, toch ben je al snel in het zicht van de oude Vleutense brug over het Amsterdam Rijnkanaal, met links de electriciteitscentrale en vlak voor je, rechts, de dampende schoorstenen van Douwe Egberts. Een stad met industriële bedrijvigheid op zijn drempels, dat is pas een stad.
Meteen na de koffie buigt de Vleutenseweg naar rechts om op een rommelig kruispunt de spinozaweg te kruisen. Daarna koerst de weg in een mooie, rechte lijn naar het centrum, langs het Majellapark en Lombok, langs scholen, oude huizen, nieuwbouw,en vooral langs een splinternieuwe busbaan, om de paar honderd meter voor zien van mooie glimmende haltes met (deze week) reclame voor de zomerjurkjes van de Zeeman. 4 euro 99, je vraagt je af hoe het kan voor dat geld.
De Vleutenseweg heeft een grote attractie, en een paar kleine. De grote is de Dom, waar de straat recht op af lijkt te gaan. Met iedere meter kom je dichter bij het geheim van Utrecht lijkt het. Je wordt als het ware de geschiedenis ingezogen, al moet je er wel gevoelig voor zijn. Het mooiste is een wat nevelige,zomerse ochtend. Dan is de hoge toren net niet goed zichtbaar, maar des te krachtiger aanwezig.
Een mooi, altijd weer feestelijk ijkpunt is het Surinaams eethuis en afhaalcentrum De Waterval, halverweg aan de rechterhand, op een hoek. Het pand is wit geschilderd en de naam spat er van af. De Waterval, de naam is hard, en kletterend, je zou willen dat er een waterval was aan het einde van de Vleutenseweg. Maar niets daarvan: aan het einde van de Vleutenseweg heb je een braakliggend terrein (zoals overal in Utrecht), een verkeersplein en spoorbruggen. Aan het eind zit nog wel kapsalon de Poolster. Bij mooi weer hangt de kapper op een oude keukenstoel voor zijn zaak klanten op te wachten. Een deur verder is snackbar Alanya gevestigd, en schuin aan de overkant Harko, voor uw schotenantennes.
Dit alles is misschien heel weinig, maar toch: ik stond gisteren op de Vleutenseweg voor een stoplicht te wachten en over het zebrapad naderde een moeder met twee jongetjes, aan ieder hand één, zoals het hoort. Ze kwamen uit een straat bij het park en gingen in Lombok naar de kapper, de jochies dus - en ze verheugden zich erop. Voor me zag ik de Dom naar de hemel reiken, en alles leek even helemaal zoals het hoort. Zo weinig is dat niet.
Alle wegen leiden naar Rome, maar er zijn er ook een paar die naar het centrum van Utrecht gaan. De Biltse straatweg met in het verlengde de Biltstraat,de Amsterdamse straatweg, de weg der Verenigde Naties om een paar verkeersaders te noemen. Maar de mooiste route die Utrecht invoert is over de Vleutenseweg - alleen die naam al.
Vleutenseweg.
Je hebt ook nog de verlengde Vleutenseweg, de Oude Vleutenseweg, de Vleutense Brug, De Vleutense Vaart, de Vleutense steenovenweg en Vleuten zelf, uiteraard, een dorp dat inmiddels dreigt te verdwijnen in de nieuwbouw van Leidsche Rijn. Maar zelfs als Vleuten niet meer bestaat, dan zal de Vleutenseweg er nog zijn. Dé weg om Utrecht in westelijke richting te verlaten. Rij hem in de zomer maar eens af, vanuit het centrum en zon hangt als een grote gloeiende bal in de verte, bij het kruispunt met de Spinozaweg, waar de route naar het noorden buigt.
Zelf rijdt ik liever de andere kant op, de stad in. Het plezier begint al bij de afslag van de A2, Oog in Al. Weliswaar maakt de infrastructuur daar een tijdelijke indruk, toch ben je al snel in het zicht van de oude Vleutense brug over het Amsterdam Rijnkanaal, met links de electriciteitscentrale en vlak voor je, rechts, de dampende schoorstenen van Douwe Egberts. Een stad met industriële bedrijvigheid op zijn drempels, dat is pas een stad.
Meteen na de koffie buigt de Vleutenseweg naar rechts om op een rommelig kruispunt de spinozaweg te kruisen. Daarna koerst de weg in een mooie, rechte lijn naar het centrum, langs het Majellapark en Lombok, langs scholen, oude huizen, nieuwbouw,en vooral langs een splinternieuwe busbaan, om de paar honderd meter voor zien van mooie glimmende haltes met (deze week) reclame voor de zomerjurkjes van de Zeeman. 4 euro 99, je vraagt je af hoe het kan voor dat geld.
De Vleutenseweg heeft een grote attractie, en een paar kleine. De grote is de Dom, waar de straat recht op af lijkt te gaan. Met iedere meter kom je dichter bij het geheim van Utrecht lijkt het. Je wordt als het ware de geschiedenis ingezogen, al moet je er wel gevoelig voor zijn. Het mooiste is een wat nevelige,zomerse ochtend. Dan is de hoge toren net niet goed zichtbaar, maar des te krachtiger aanwezig.
Een mooi, altijd weer feestelijk ijkpunt is het Surinaams eethuis en afhaalcentrum De Waterval, halverweg aan de rechterhand, op een hoek. Het pand is wit geschilderd en de naam spat er van af. De Waterval, de naam is hard, en kletterend, je zou willen dat er een waterval was aan het einde van de Vleutenseweg. Maar niets daarvan: aan het einde van de Vleutenseweg heb je een braakliggend terrein (zoals overal in Utrecht), een verkeersplein en spoorbruggen. Aan het eind zit nog wel kapsalon de Poolster. Bij mooi weer hangt de kapper op een oude keukenstoel voor zijn zaak klanten op te wachten. Een deur verder is snackbar Alanya gevestigd, en schuin aan de overkant Harko, voor uw schotenantennes.
Dit alles is misschien heel weinig, maar toch: ik stond gisteren op de Vleutenseweg voor een stoplicht te wachten en over het zebrapad naderde een moeder met twee jongetjes, aan ieder hand één, zoals het hoort. Ze kwamen uit een straat bij het park en gingen in Lombok naar de kapper, de jochies dus - en ze verheugden zich erop. Voor me zag ik de Dom naar de hemel reiken, en alles leek even helemaal zoals het hoort. Zo weinig is dat niet.