Een COP op papier; Recensie “Netwerken met Energie”
03/10/2018Het begin van dit boek was best een uitdaging voor me. Ondanks dat ik me al jaren in Transitie-netwerken begeef klikte het in eerste instantie niet. Ik begreep niet waarom een boek dat me ‘gereedschap voor co-creatie’ zou aanbieden, mij eerst een beschouwing over het ganse systeem van de wereld moest voorspiegelen.
Gelukkig was daar Rosa op Twitter. Ik wist dat zij betrokken was geweest bij het boek, en zij melde mij: ‘Kijk op pagina 203, daar sta jij.’ Ik bladerde naar de bewuste pagina. Het was een paragraaf over de vrije actor. Dit is volgens het boek degene die veranderingen op gang brengt zonder een echt mandaat. Die rol heb ik inderdaad wel eens gespeeld. En plotseling klikte het: Het boek probeert werkelijk elke positie in een netwerk van mensen, te beschrijven en vele situaties waar ze in terecht kunnen komen.
Het boek van Eelke Wielinga en Sjoerd Robijn is het resultaat van jaren ervaring met zogenaamde ‘communities of practice'(COPs). Deze vonden vaak plaats rond domeinen als ontwikelingssamenwerking, de landbouw en duurzaamheid. Zij zijn deze netwerken gaan zien als levende organismen. Langzaam maar zeker ontleden ze de familiegeschiedenis en de anatomie van deze netwerken.
De auteurs beginnen met het beschrijven van 7 principes die levende netwerken ordenen. Netwerken zijn zelfordenend, hebben een zekere identiteit. Ze zijn complementair, groeien pulserend, kennen overvloed en competie en zijn responsief. Vervolgens wordt gekeken naar de ‘vitale ruimte’ waarin ze opereren.
Voor mij kwam toen het interessantste gedeelte. Welke interventies kan je plegen om een netwerk te gebruiken voor daadwerkelijk verandering. Hierin introduceren Wielinga en Robijn de ‘Coherentiecirkel’. Dit ‘geraamte’ van een levende netwerk vormt de basis voor de indeling van deze interventies. Wanneer opereer je strategisch, en wat doe je als mensen bevriezen.
Hierna volgen nog twee lange hoofdstukken over responsief vermogen en het ‘helen en breken’ van het Netwerk. In het eerstgenoemde hoofdstuk komen ongeveer alle mogelijke wereldbeschouwing aan bod. Wielinga geeft zelfs zijn mening over het Israëlisch-Palestijns conflict. Dit staat temidden van paragrafen over het Rizoom, Machiavelli en Bert Hellinger. Als lezer vind ik persoonlijk dat dit een stuk korter had gekund. Schrijven is schrappen.
Als gebruiker snap echter inmiddels wel waarom de auteurs dit doen. Het boek is namelijk eigenlijk een soort COP, maar dan op papier. Alle verhalen die worden beschreven, kunnen gebruikt worden als parabel of analogie in een COP sessie, om mensen te helpen hun knelpunt van een andere kant te zien, of te begrijpen waarom iets vast zit.
In die zin is het boek dus echt een gereedschapskist. Naast de diverse interventies om mensen betrokken bij een COP te houden (hamers en zagen), zijn deze verhalen de schroefjes en moertjes. De eerste hoofdstukken vol principes zijn als de werkbank, waarop de COP in elkaar gezet wordt.
Ik heb een aantal tools van het boek de laatste tijd ingezet. Wielinga en Robijn weten dan ook echt wel hoe zo’n netwerk ’tikt’. Erg toegankelijk is het echter niet beschreven. Naast de vele theorie, is het ook doordrenkt met vele persoonlijke anekdotes, die vooral voor mensen die met hen in een COP zitten leuk zijn. Ook zit er een zekere jaren’ 70 ideologie in, waar je soms moet door heen prikken.
Toch vond ik het een waardevol boek. Nu ik er eenmaal doorheen ben, denk ik dat ik er regelmatig naar ga teruggrijpen. Er is immers altijd wel een proces om vlot te trekken.
Het boek is bekoop via onze managementboeklink