Improviseren, Ja en de zaak

06/08/2013 Door Rick Lindeman

Vandaag was een goede dag om te improviseren. Mijn band was lek van mijn degelijke Gazelle, en dus ging zoonlief staand achterop de vouwfiets naar de BSO. Het gaatje was bijna onvindbaar, dus suggereerde  een vriend om maar met de gehele binnenband in bad te gaan zitten. Nu was dat uiteindelijk niet nodig, ik vond het gaatje en plakte mijn band.

Vervolgens was het warm en en kwam de schoonmaakster kwam langs. En dus moest ik weer wat nieuws verzinnen om tot mijn blog te komen. Ik stapte op mijn net herstelde ijzeren ros en fietste naar Lombok. Ik stopte bij het Majellapark, observeerde de inwoners van de domstad, en las “Yes and your business” van Gijs van Bilsen, Joost Kadijk en Cyriel Kortleven. Een boek over de toegevoegde waarde  van improvisatie voor organisaties. Cyriel had ik al eens in actie gezien, hij begeleide de Serious Gamingdag van de rijksoverheid.

Op pagina 18 noemen de auteurs “Kind of Blue” van Miles Davis een voorbeeld van improvisatie in de muziek. Dus voor de “gehele ervaring” van de blog: zet onderstaande Spotify-playlist even aan.

Het voorbeeld van Davis geeft ook aan dat improvisatie vaak werkt als er bepaalde regels zijn. In dit geval bijvoorbeeld overeenstemming over de basis akkoorden en het langdurig samenspelen om te weten hoe je op elkaar inspeelt. Theatersport zoals bijvoorbeeld de Lama’s gebruikt als regels de “spellen” om improvisatie en creativiteit te stimuleren.

Want dat zien Kadijk c.s. als belangrijkste reden voor improvisatie te stimuleren. De noodzaak tot improvisatie leidt tot meer creativiteit. En door de improvisatie-‘skills’ van professionals en de organisatie te verbeteren is een organisatie meer in staat zich aan te passen aan deze woelige tijden.

Het boek betaat uit drie delen. In het eerste deel wordt het belang van improvisatie uitgelegd. Daarna qwordt gekeken hoe dit in de organisatie in te passen is: Wat moet je kunnen, wat is creativiteit (hiervoor leunen de auteurs o.a. op Bytebier e.a. ), en hoe ga je er mee om in een multi-culturele setting. Tenslotte is een toolbox met vele oefeningen van simpele kennismakingsoefeningen tot vinden van waardering in elkaars meningen. Hiermee bieden de auteurs ook ana niet-facilitators gereedschap aan om creativiteit in team of organisatie te stimuleren.

Het is een heel handzaam boekje (een uurtje in de zon).Wat voor mij de toegevoegde waarde was wat het opzetten van de improvisatiebril als motor van de creativiteit. Dat juist de sense-of-urgency die in deze tijd nodig is, gefaciliteerd kan worden door het in je organisatie op te nemen.

Midden in het boek staan ook de 7 gewoontes van grote improviseerders (das geen w00rd?) en die wilde ik jullie niet onthouden.

1. Zeg ja, en….

2. Wees flexibel

3. Wees in het hier en nu

4. Experimenteer

5. Volg je intuïtie

6. Laat anderen schitteren

7. Durf te falen.


Gelukkig was mijn bandplakkunst niet gefaald en peddelde ik naar Koffie en ik (met stip op 5 in de beste buitendedeurwerkplekken van Utrecht). Zonder improviseren zette ik mijn MacBook aan en begon te tikken, genieten van hun Landbrood met tonijn en appel. Wel vroeg ik me af: Welke organisatie improviseert nu echt goed?

Het boek is te koop op de site van de auteurs. Hier is ook een preview versie te downloaden. Met dank aan Cyriel voor een recensie-exemplaar