Ouderwetsch & Hypermodern: Social Media Club 030
15/03/2012Gisteren was ik na een tip van Anna Pastor op een bijeenkomst van de Social Media Club 030, waar de 030 in voetbal/telefoonboektraditie staat voor Utrecht. Het was in Seats2Meet Maarssen (0346 trouwens). Een per fiets onbereikbare plek, maar verder prima verzorgd.
De club houdt zich bezig met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van Sociale Media. Veel van de deelnemers hebben al aardig wat expertise op dit gebied en vaak is het zelfs hun vak. Het instap niveau van de deelnemers is dan ook best hoog. Dat is best een uitdaging voor de sprekers. Immers, je standaard corporate presentatie wordt niet echt gewaardeerd. In die valkuil viel bijvoorbeeld Tim van de Rijdt van Google+. een leuk filmpje van Wil.I.am die een functie gebruikt mag een leuk onderdeel van een presentatie zijn, hier was er vooral scepsis. Overigens was er wel een briljante presentatie over Facebookmarketing van Peter Minkjan.
Maar deze blog gaat eigenlijk over iets heel anders. Een hypermodern onderwerp als Social Media werd besproken door middel van (Powerpoint/Keynote)presentaties. Op de succesvolle netwerkborrel bleek dat iedereen te popelen stond om zijn of haar verhaal kwijt te kunnen, en dat er veel energie en creativiteit in de groep was, die alleen maar wachtte om te worden bevrijd. Dat was ook te zien aan de zeer levendige Twitter stream, waar men ging mopperen bij een slecht verhaal, en loofde bij een goed verhaal. Daar werden ook inhoudelijk goede punten gemaakt, maar ze niet opgepakt in de bijeenkomst zelf.
Al eerder heb ik op dit blog gepleit voor vormen als Pecha Kucha, waar sprekers door het format (6 minuur 20, 20 slides op automatisch, alleen beelden) worden gedwongen naar hun kernboodschap te kijken en aan de hand van beelden hún verhaal te vertellen. Dit zou op een avond als deze een kleine twintig minuten aan presentaties opleveren, met veel ruimte voor discussie en dialoog.
Een andere vorm die zeer bij een bijeenkomst als deze past is de zogenaamde “Open Space“. Dat is een werkvorm waar 10-1000 mensen toekomst gericht en kritisch kunnen bezig zijn, met als hoofdgedachte dat de koffiepauze eigenlijk het belangrijkst is op een congres, daar vinden de contacten en de discussies plaatst. Waarom zou je van de hele conferentie geen koffiepauze maken. Zelf heb hier goede ervaringen mee met bijvoorbeeld marktconsultatie voor architecten die we organiseerden. Het ministerie van EL&I kon eindelijk echt uit de markt zien waar de problemen (hebben kleine bureaus een kans als ze al een half ontwerp voor toekenning moeten maken) en kansen lagen. Overigens ook de eerste plek ooit waar ik als linkshandige in de meerderheid was.
Open Space is een simpel raamwerk waar deelnemers zelf de Agenda bepalen, eventueel na een aftrap als een pecha kucha, en zelf eigenaar worden van ene discussie. In verschillende ruimten zijn faciliteiten gemaakt om te discussiëren. Degene die het onderwerp op de agenda heeft gezet (een “slot” heeft geboekt in een groot schema dat op een centrale plek hangt) is ervoor verantwoordelijk dat er een verslag komt aan het einde (hij hoeft dit niet zelf te maken)
In Open Space zijn er vier principes:
De deelnemers zijn de juiste personen
Wat er gebeurt, is het enige dat kan gebeuren
Het begint wanneer het begint
Als het voorbij is, is het voorbij
– en ÈÈn wet, de Wet van de Twee Voeten:
Als een deelnemers zich in een situatie bevindt waarin hij niets leert, niet geinspireerd wordt, en evenmin het gesprek een betere richting kan geven, is hij verplicht zijn twee voeten te gebruiken om naar een productiever gesprek te gaan.
Deze wet heeft onder meer tot gevolg, dat deelnemers die zichzelf graag horen praten, na 10 minuten alleen zijn – de anderen zijn vertrokken – , en dat de minder productieve diskussies snel eindigen
(regels van http://www.openspaceworld.org/dutch/index.html)
Wat denken jullie? Zou een Open Space voor de Social Media Club een toegevoegde waarde hebben? Ik help graag mee organiseren, want het blijft een fascineren onderwerp.
En anders is er altijd nog de borrel.