Indonesië en Maleisië
Alle foto's van deze reis
Kuala Lumpur
Alle Kuala Lumpur foto's
Een fijne vlucht, vol service van schone Maleise dames bracht ons in Kuala Lumpur. Het was hier 6u 's ochtends.
Onze eerste actie was een visum voor Indonesië proberen te regelen. Door de wijzigingen in de Visa-regeling waren wij daar namelijk in Nederland ineens te laat voor.
En dus stonden wij om 8.55 voor de indonesische ambassade, samen met 100en indonesiërs. Na de Tsunami zijn er velen vanaf Sumatra hierheen gekomen.
Gelukkig bleken zij een ander stuk Ambassade nodig te hebben dan, en vertrokken wij naar de visa-balie. Hoewel wij allerlei kopieën bij ons hadden, moesten ook van return ticket en de Maleisische immigratiepapieren kopiën worden gemaakt.
De indonesische ambassade
Het kopiëren gebeurde in een ander stuk van de ambassade waar wij tussen velen ons paspoort afgaven en maar hoopten dat er iets terug kwam. Toen wij de papiertjes hadden, mochten we weer terug naar de visa-balie, en werd aangegeven dat ze niks konden garanderen, immers hun termijn was 3 werkdagen, en er zaten nog al wat feestdagen in deze week. Aangezien wij op de 29ste vertrokken, bleef het dus spannend.
De avond werd doorgebracht in de China-town, een van de twee wijken van het oude Kuala Lumpur (letterlijk: modderige samenstroom). In een oud koloniaal pand aten we de locale specialiteit, Ajam Chotuk, een zoetige kip met rijst jus. Een eerste Tiger-beer bracht bovendien stemming in de vakantie.
Donderdag bracht ons, naast een verdiende nachtrust, het koloniale hart van Maleisië. Vooral mooi was het station uit 1900 dat reizen naar den verre beloofde, doch slechts net als het Grand Central in New York, nu slechts nog regionaal vervoer aanbood.
De avond werd doorgebracht naast Batik Bantung, het hippe stuk van de hoofdstad. We dineerden echter net achter deze straat, met de KL'ers zelf.
Vrijdagochtend waren de Petronas-torens aan de beurt. Na 11/9 waren deze even de hoogste van de wereld, tenminste volgens een bepaalde definitie. Inmiddels zijn deze boys toys alweer ingehaald door een wolkenkrabber in Taipei (Taiwan). Vanaf de loopbrug zagen we KL onder onze voeten...
En net komen we weer van de ambassade, waar na 1,5 uur bureaucratie het gewenste visum in ons paspoort verscheen. Rick moest nog wel even een lange broek huren voor RM20, anders kwam hij niet binnen....
....en vervolgens vlogen we nu naar Batavia, naar ons oude koloniale rijk......
7x rond de hemel
Alle Java foto's
Na de visum problematiek in Maleisië, vertrokken we zaterdagochtend naar Indonesië. Malaysia airlines speelde wat met onze vluchten, zodat we eerst een aantal uur in Jakarta mochten doorbrengen op Koninginnedag. Het einde van de middag bracht ons toch bij ons reisdoel, Yogya.
We logeerden in een Nederlandse koloniale woning uit 1918. Dat pas precies bij de indruk die we van de stad krijgen. Er zijn nauwelijks toeristen. Op maandag zagen we minder dan 10 europeanen gezien.
Het vervoer gaat voornamelijk per Becak, na wat onderhandelen kan je voor een roepie of 10000 (1 euro) de halve stad door. De becak is een Riksja, maar dan met de bestuurder achter je.
Yogya is een vrij ontspannen stad, maar ook zeer trotsop haar verleden. Het staat vol met monumenten van de strijd tegen ons, afgewisseld met gebouwen uit het koloniale verleden, zoals het station.
We zijn naar het Kraton geweest. Dit is het paleis van de Sultan. Sultan Hungibowo X is nog steeds een van de meest invloedrijke mannen va het land. Zijn vader was beslissend in de onafhankelijkheidsoorlog en vice-president van de "Republik". Aangezien Rick nu ook de Max Havelaar aan het lezen is, is het goefd te zien hoe de Nederlanders de Javaanse aristocratie misbruikten om hun wil door te drukken, maar dat diezelfde aristocratie daarvan profiteerde om hun inwoners uit te zuigen.
Een school bij de Merapi, centraal Java
De Sultan van Yogyakarta was daar echter wel een positieve uitzondering op. We werden rondgeleid door een vrouw van 74, die uiteraard nog Nederlands sprak. Yogya blijft zijn tradities trouw, en het kraton was dan ook gevuld met dansen en geschenken.
Vandaag was één der wonderen der wereld aan de beurt, de Borubodur. Op 50 km van Yogya zie je langzaam de contouren van dit grootste boeddhistische klooster ter wereld opdoemen. Hij werd gebouwd in 870, en pas in 1815 weer ontdekt.
De tempel is de gehele boeddhistische filosofie in één gebouw. De onderste etages beschrijven de mens in de strijd met zijn begeerte. De volgende etages beschrijven de mens die daarvan afstand heeft gedaan, maar wel nog gebonden is aan zijn vorm. Uiteindelijk bereikt men de top, het Nirwana. Met 7 rondjes om de bovenste Shupa heen ben je al weer een stap dichterbij de hemel.
De borubudur
De laatste dag in Yogya, dinsdag, hebben we de Merapi beklommen. Deze vulkaan zorgt aan de ene kant voor de vruchtbaarheid van dit stuk midden-java, aan de andere kant juist voor veel gevaar. In de afgelopen eeuw is hij 70 keer uitgebarsten. Dit blijkt echter mensen niet af te schrikken. In de omgeving is de bevolkingsdichtheid meer dan 600 per vierkante kilometer. Op de route er naar toe, door de rijstvelden, bouwden de javanen lustig door.
De vulkaan is nu al zes jaar rustig, maar een nieuwe uitbarsting werd wel binnenkort verwacht. Het Vulcanologisch instituut in Yogya had dan ook weer een waarschuwing uitgedaan. Ook na de vakantie bleef het hier onrustig, met de aardbeving op 27 mei als dieptepunt
's avonds zijn we naar de Prambanan tempels gegaan, een van de grootste Hindu tempels op Java. Hij werd vrijwel gelijktijdig gebouwd met de Borubodur, Hindu's en Boeddhisten sloegen elkaar gelukkig in die tijd niet de hersens in.
Lombokkers op Lombok
Alle Lombokfoto's
Vervolgens zijn we dus naar Lombok gegaan, weer een heel andere wereld. We hebben we de lijn van Sir Alfred Wallace overschreden, en zijn daar gekomen, waar de Aziatische Fauna ophoudt, en de Australische begint. We zijn aangekomen aan op het eiland dat de naamgever is van zowel onze buurt, als onze straat, Lombok...
Ons hotel is ver van alles af in Klui, maar je pakt snel een Bemo, een lokale minibus naar Singigi. De rust, en het uitzicht over de Straat van Lombok (tussen Lombok & Bali) geven ons een heerlijk "Bougainville"-gevoel.
We zijn de enige gasten, naast veel rondlopende poezen.
Ze blijken hier wel veel brutaler, bij ons drankje net werd er ongegeneerd geflirt in de richting van Celine. Iedereen is ook heel fysiek, en pakt je vast..
Ons Bahasa gaat elke dag vooruit, het gebruik voor de normale omgang, is niet zo moeilijk; de grammatica is erg prettig, werkwoorden hoef je nauwelijks te vervoegen: saya mau minun bintang (ik wil een bintang biertje drinken), Dia mau minun cola (zij wil cola drinken)
Donderdag zijn we met de Bemo richting het binnenland gegaan, aan de voet van de heilig vulkaan, Ganung Rinjani. Je pakt hiervoor een Bemo, duie steeds mensen op pikt, en meestal op vaste trajecten gaat. Er kan altijd iemand bij en steevast stevig in het Bahasa onderhandelen over de prijs "Lima pulluh ribu rupiah!, Tidak Tiga pulluh!" (50.000 rupiah, nee 30!). Uiteindelijk kwamen we aan in Senupaira, een van de heiligste hindu tempels van Lombok (Lombok kent vooral Islamitische Sasaks, maar er zijn ook Hiduistische Balinezen), vol heilige bronnen en meisjes die graag op de foto wilden. Dat je hier geen enkele Europeaan tegen kwam sprak bijna voor zich.
Dames bij de heilige bron
Vrijdag zijn we gaan duiken in het zuiden van Lombok. Hoewel Lombok slechts een klein eiland is, betekent dat niet dat het niet even duurt voordat je aankomt op je bestemming. Bij de duiken (via Dive-zone) zag Rick oa vele clownvissen die uit de greep van anemonen probeerden te blijven, Manta-rays en Nudibranches.. schitterend. en een lunch op een onbewoond eiland is ook nooit te versmaden.
Bemo's
Zaterdag zijn we naar de legendarische Gili eilanden geweest. Eerst met de Bemo naar Bengsal, volgens de LP is dit de hel, en inderdaad probeert iedereen je binnen te lokken en overprijsde tickets aan te bieden. Als je eenmaal op een van de Gili's bent (wij zijn naar Gili Air geweest, let: watereiland), is het fantastisch: nauwelijks stroom, geen auto's, een "jepan-jepan" (mañana-mañana) sfeer en een schitterend snorkel-rif vlak bij het strand. De terugtocht was ook nog een hele ervaring: aangezien iedereen ons torenhoge prijzen aanbood, zijn we uieindelijk voor bijna niks met een vrachtwagen meegereden.
Wrakken en Kunstenaars
Duikfoto's
Balifoto's
Op 11 januari 1942 raakte een Japanse torpedo de USS Liberty, een tot oorlogsschip omgebouwd Amerikaans vrachtschip. Pearl Harbor was net geweest, Batavia nog niet gevallen en Karel Doorman zou zich een maand later opblazen. De HMS van Ghent probeerde het schip nog vlot te trekken, maar het bleef achter op het strand van Telamben.
In 1963, op de belangrijkste Balinees-Hidoeïstische feestdag sinds een eeuw, barste de Gunung Anung uit, de vulkaan die Bali domineert. De Liberty werd in zee geworden. Door het wrak, de lava, en het feit dat de baai in de belangrijkste stroom tussen de indische en Stille oceaan lag, werd Tulamben bay misschien wel de belangrijkste baai voor vissen en duikers. Woensdag zijn we hier afgedaald (Celine met de snorkel, Rick tot 32 meter), en voor het eerst met een onderwatercamera, ongelooflijk, wat een weelde.
Het wrak bij Tulamben
Bali kent tot nu toe vele gezichten. Het zuiden is te toeristisch voor ons, maar het hotel natuurlijk wel comfortabel. Het toerisme is na de tweede bali-bom in oktober nog weer verder ingestort, en talloze mensen zitten voor lege zaakjes.
In het centrum zijn we naar Ubud gegaan, het culturele hart, onderweg over afwisselend goede wegen en regenpaden, zie je eindeloos veel hindu-tempels, en ook vele badmintonstadionnetjes die net tempels lijken. Badminton is immers de nationale sport van Indonesië. De Thomas-cup (De Davis-cup voor badmintonners), die vorige week was werd dan ook intensief gevolgd. Ubud wordt gekenmerkt door een veelheid aan kunst en galeries, sinds een Nederlandse kunstenaar zich hier in 1937 vestigde.
Het noordoosten is nog volkomen ontgonnen, en de schitterende rijstvelden aan de voet van de vruchtbare vulkaan, geven aan Bali het paradijs imago dat ondanks het toerisme er nog altijd is....
Rijstvelden in het noordoosten
Selamat Hari Djadi
Of te wel Fijne verjaardag, kreeg Rick op 14 mei toegewenst omdat hij deze dag duapuluh-simbalan is geworden, nog net geen dertig dus.
Vrijdag zijn we in de miljoenenstad Denpasar geweest, de ietwat saaie hoofdstad van Bali. Ook hebben we "Dé Zonsondergang bij Tarnah lot" meegemaakt.
Gisteren was het Kuningan-dag, de dag van de verlichting van de boeddha, en een nationale feestdag.